Inleiding
Op 31 december 2019 loopt de Medegebruiksvergunning van Eindhoven Airport af. Deze vergunning functioneert binnen het grotere kader van het Luchthavenbesluit en brengt daarop nadere inperkingen aan, o.a. waar het om de openingstijden en het aantal vliegbewegingen gaat (het getal van 43000 vliegbewegingen staat in de Medegebruiksvergunning). Het Luchthavenbesluit werkt voor onbepaalde duur.
Er moet, hoe dan ook, een besluit genomen worden over een Medegebruiksvergunning vanaf 01 januari 2020 en er moet misschien een besluit genomen worden over een nieuw Luchthavenbesluit.
De regio heeft het initiatief voor het proces om de toekomst van Eindhoven Airport vorm te geven bij het Ministerie neergelegd.
Het ministerie had, en mogelijk heeft, inzake de luchtvaart een clichématig standpunt. De wens van de vliegsector is heilig, groei staat bij voorbaat vast,
- geluid telt mee,
- wb toxische emissies tellen alleen NOx en PM10, en dat alleen in de Landing and Take Off-fase (LTO), en PM2.5, ultrafijn stof en benzeen niet
- het klimaat alleen via CO2 en alleen in de LTO-fase,
en de geen groei – scenario’s zijn er alleen voor de Bühne, omdat dat nu eenmaal moet.
Zodoende heeft het ministerie, op de hem vertrouwde wijze, onderzoeken uitgezet naar drie groeiscenario’s in de periode 2020 – 2030: van 43000 naar 55000; van 43000 naar 73000; en van 43000 naar 100.000 . Voor de vorm staat er ook een nulscenario bij.
Dit heet officieel de “analysefase”.
Aan deze scenario’s is op deze website al eerder aandacht besteed (zie Scenariostudie rekent met 100.000 vliegbewegingen op Eindhoven ).
Op 03 september 2018, overigens veel later dan beloofd zijn deze onderzoeken, zijn de onderzoeken gepubliceerd op de officiele website Samen op de Hoogte. Ze zijn te vinden op http://samenopdehoogte.nl/over-ons/nieuws .
Intussen is de toon, waarop in onze regio gepraat wordt over de toekomst van Eindhoven Airport, drastisch veranderd. In de Proefcasus Eindhoven Airport (zie Proefcasus voor Eindhoven Airport? ) staat de regio veel meer centraal. Groei van het aantal vliegbewegingen is niet langer een vooropgezet doel en ook zaken als leefbaarheid en luchtkwaliteit moeten meespelen. Het bijbehorende persbericht spreekt over ‘pionierswerk’.
In hoeverre deze intenties daadwerkelijk in de praktijk vorm krijgen, moet blijken. Tijdens de afgelopen Knegselbijeenkomst verklaarde Wim Scheffers, namens BVM2, ‘voorzichtig positief’ te zijn. Het kan nog alle kanten op, ook de goede.
Verklaring
BVM2 is niet betrokken geweest bij de vormgeving van de analysefase en zou zelf de analysefase geheel anders opgezet hebben.
Het standpunt van BVM2 is dat de negatieve effecten van het vliegen op Eindhoven Airport niet mogen toenemen. Het gaat dan om geluid en openingstijden, toxische emissies en klimaat, en om een aantal hier niet genoemde zaken. Het aantal vliegbewegingen op Eindhoven Airport mag alleen toenemen, als de bijbehorende hinder op alle drie de onderdelen afneemt, van welke afname de helft aan de omgeving ten goede komt. Dit alles staat in het Manifest (zie Het Manifest van BVM2 en de uitwerking daarvan ).
BVM2 heeft dus een wezenlijk andere insteek. Omdat het ministerie deze vier onderzoeken geheel geordend heeft volgens het gangbare denkpatroon dat niet langer voldoet, heeft BVM2 er geen boodschap aan.
En omdat in de regio inmiddels een ander geluid klinkt, is het nog maar de vraag in hoeverre de onderzoeken niet al achterhaald zijn op het moment dat ze verschenen.
De eerste bepaling in het Manifest is dat “Eindhoven Airport zich moet gedragen als een Nutsbedrijf ten dienste van de ontwikkeling van de regio in brede zin. Groei en economisch resultaat zijn daarbij geen doel in zichzelf, maar dienen altijd in balans te worden gebracht met de leefomgeving waarin de luchthaven opereert.”
Dat betekent dat de omgeving leidend is en het vliegveld volgend.
BVM2 gaat dus bijvoorbeeld niet mee in de logica dat de vliegmaatschappijen zelf besluiten dat ze in 2030 maar 60% van de vloot uit stillere vliegtuigen laten bestaan En hoeveel stiller? BVM2 wil dat de regio gewoon eist dat 100% van de vliegtuigen twee geluidsklassen stiller is, en dat de minister dat overneemt. Dat kan door in de Rates and Conditions van het vliegveld een paar woorden te veranderen.
BVM2 gaat er bijvoorbeeld ook niet in mee dat er niet over de kwaliteit van de brandstof gepraat wordt. De uitstoot van roet en fijn stof hangt, behalve van de totale hoeveelheid brandstof, ook van de samenstelling af. BVM2 wil dat in 2030 de hoeveelheid luchtvervuiling sterk teruggedrongen is door voor 50% zwavel- en benzeenvrije brandstof bij te mengen (dus synthetische brandstof). Dat kan met de bestaande technische middelen. Een ticket kost dan iets meer, en dat moet dan maar.
En BVM2 vindt dat het klimaat leidend moet zijn. Zoals het nu gaat, blazen de straalmotoren het Klimaatakkoord van Parijs aan stukken. Ook hier geldt dat de atmosfeer leidend is en het vliegen volgend. En als dat betekent dat het niet langer mogelijk is om de vraag te volgen, dan moet dat maar. Dan maar minder vaak goedkoop op vliegvakantie en/of minder ver weg en/of vaker met de trein – ook als dat langer dan 6 uur duurt. Het zij zo, de wereld gaat veranderen. Niet alles kan meer.
De regio moet zijn knopen gaan tellen en er over gaan nadenken wat er voor Brainport echt toe doet. En dat zijn niet de vakantiegangers uit Assen die vanaf Eindhoven voor drie tientjes naar Barcelona vliegen, en voor de vervuiling waarvan onze clean rooms harder moeten werken.
Nadere studie zal plaatsvinden
Het geheel aan studies omvat heel wat MB. En hoewel BVM2 het achterliggende denkpatroon niet volgt, zal BVM2 de onderzoeken gaan bestuderen en er zijn voordeel mee doen, waar dat kan.
Nader nieuws volgt.