Zeer onlangs heeft TNO een studie uitgebracht over e-fuels, waaronder e-kerosine . Het gaat over lange afstandsvrachtverkeer, de scheepvaart en vliegtuigen. Bernard Gerard heeft daarover een artikel op zijn site gezet onder www.bjmgerard.nl/?p=13623 .
E-kerosine is ongeveer hetzelfde eindproduct als biokerosine (vliegtuigen zijn echte fijnproevers waar het om brandstof gaat), maar het wordt op geheel andere wijze vervaardigd. Voor de productie vangt met CO of CO2 uit een schoorsteen of rechtstreeks uit de lucht, en splitst men water tot waterstof en zuurstof. De waterstof en de CO of CO2 reageren met elkaar tot uiteindelijk kerosine.
Men keert als het ware de verbranding om. Eenvoudige natuurkunde en scheikunde leren dat de terugweg beduidend meer energie vraagt dan op de heenweg vri kwam.
De conclusies sluiten aan bij het standpunt van BVM2 en het LBBL dat in de Zienswijze op de Luchtvaartnota staat. E-fuels zijn op grote schaal te maken en zijn goed voor het klimaat in vergelijking met de fossiele die ze vervangen, maar de productie vreet stroom en ruimte. De de hoeveelheid energie die deze categorie geschat wordt in 2050 nodig te zijn (960PJ), gerekend op basis van methanol, zou ruim 2000PJ stroom zijn en 600 hectare vragen. Bij vliegtuigen is daarbij impliciet aangenomen dat fossiele kerosine voor 100% door synthetische vervangen kan worden, wat nu niet zo is maar straks misschien inderdaad wel.
Bij vliegtuigen en schepen leidt synthetische brandstof tot minder luchtvervuiling. Bij auto’s niet, omdat de uitlaatgassen van auto’s al nabehandeld worden.
2000PJ is bijna vijf keer zoveel als het totale huidige Nederlandse elektriciteitsbudget. In de kleine lettertjes rept TNO twee maal van import.
Conform zijn bestaansreden tuigt TNO een processchema op annex tijdschema om het zover te brengen. Het heeft iets weg van bewegwijzering in een luchtkasteel. Een reflectie op wat deze hoeveelheid elektrische energie voor Nederland betekent in relatie tot andere maatschappelijke taken en internationale verhoudingen ontbreekt. Zo ook een reflectie op de extra-territoriale status van bunkers t.b.v. vliegtuig- en scheepvaartbrandstof. Het is een puur techno-economisch rapport en binnen die begrenzingen goed.
Als men zich voorstelt dat ook andere grote spelers als bijvoorbeeld de staalindustrie (waterstof als reductor ipv cokes) en het bestaande chemische gebruik van waterstof (dat nu fossiel vervaardigd wordt), ook duurzame waterstof gaan gebruiken, schiet het Nederlandse stroomverbruik omhoog van ruim 400PJ naar mogelijk wel orde van grootte tienduizend(en) PJ . Daar komen ook nog bij de datacenters die steeds groter worden. Men zou wel eens een goede politieke reflectie op deze trend willen zien.
‘Minder vliegen’ blijft een goede leus.