
Vliegtuigen die in zuidwestelijke richting vertrekken en dan naar het oosten moeten, moeten tussen Eersel en Steensel door vliegen (dat heet in technisch jargon Gate E-S). Daarover is al eerder veel te doen geweest en de discussie is nog niet helemaal verstomd. Zie https://bvm2.nl/effect-van-de-inmiddels-beeindigde-pilot-route-optimalisatie-eersel-steensel-opnieuw/ en dan eventueel verder terug.
In het streven om het zo eerlijk mogelijk te doen, moeten twee taken worden uitgevoerd: de ideale lijn moet midden tussen Eersel en Steensel door lopen, en de spreiding om die ideale lijn (de nominaal) moet kleiner worden. Die ideale lijn moet in de Standard Instrument Departure (SID) worden vastgelegd. Blijft het probleem van de spreiding.
Tijdens het informatieve deel van het Luchthaven Eindhoven Overleg (LEO) sprak een ervaringsdeskundige over dit probleem, een onlangs gepensioneerde verkeersvlieger, inwoner van de gemeente Eersel. Dat werd een erg technisch verhaal, dat hier niet in zijn volledigheid naverteld zal worden.
Spreiding kan bijvoorbeeld ontstaan omdat een relatief zwaar beladen opstijgend vliegtuig, bij noordelijke wind, in de buitenbocht terecht komt terwijl een relatief licht beladen toestel bij zuidelijke wind in de binnenbocht belandt. Maar er zijn meer oorzaken, ongewilde en gewilde.
Een advies van de ervaringsdeskundige (dit in de hoop dat wij als BVM2 met min of meer begrepen hebben) is om op de modernere navigatiestandaard over te gaan RNAV1 of RNP1. Nu wordt de uitvliegroute nog non-RNAV gevlogen.
RNAV1 betekent zoiets als dat er onder een vliegroute ‘waypoints’ liggen (dat zijn niet meer dan vastgelegde coördinatensets), en dat een vlucht volgens een set gestandaardiseerde lijnvormen langs of over zo’n waypoint moet vliegen. Dat kan bijvoorbeeld een vloeiende lijn zijn die eindigt in de na dat waypoint gewenste koers (code CF), of bijvoorbeeld een cirkelsegment met een vaste straal (code RF).
De “1” in RNAV1 betekent dat het vliegtuig minstens 95% van de tijd op minder dan 1 Nautical Mile van de nominaal moet zitten.
RNP1 is ongeveer hetzelfde, maar dan in een nog modernere versie.
Een en ander vereist satellietnavigatie.
Ook moet soms het Flight Management System van een vliegveld (zeg maar, de computer van het vliegtuig) enigszins worden hergeprogrammeerd.
De ervaringsdeskundige stelde voor een extra ‘waypoint’ te definieren nabij De Stevert (dat is ongeveer halverwege tussen Steensel en Walik. Daar hoef je dus niet iets fysieks voor te bouwen: het is gewoon een afgesproken set coördinaten.

Het extra waypoint bij de Stevert
De aanwezigen hoorden het verhaal geïnteresseerd aan. De directeur van Eindhoven Airport zou het met de (militaire) verkeersleiding opnemen.
Overigens wordt de bocht, na zuidwestelijk opstijgen, rechtsaf na Wintelre al volgens het nieuwe systeem gevlogen (en dus met veel minder spreiding).