Adviescommissie vernietigend over luchtvaartbeleid van Van Nieuwenhuizen

    0
    816

    NIEUWS LUCHTVAARTNOTA (Trouw 27 juli 2020)

    Het kabinetsplan om de luchtvaart op termijn en onder voorwaarden te laten groeien is veel te vaag om milieueffecten ervan in beeld te brengen. Concrete doelen voor het verbeteren van de luchtkwaliteit, beperking van de geluidshinder en bescherming van de natuur ontbreken. Zo valt te lezen in het artikel van Marcel van Lieshout in dagblad Trouw van 27 juli (https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/adviescommissie-vernietigend-over-luchtvaartbeleid-van-van-nieuwenhuizen~b4ddc2d6)

    Dat zegt de commissie voor de milieueffectrapportage (mer) in een maandag gepubliceerd advies aan minister Cora van Nieuwenhuizen (Luchtvaart). De commissie vindt dat Van Nieuwenhuizen voordat ze besluiten neemt goed in kaart moet brengen wat de gevolgen voor het milieu zijn.

    Het advies van de commissie, met instemming begroet door milieuorganisaties en andere tegenstanders van groei van de luchtvaart, heeft een voor Van Nieuwenhuizen vernietigende toon. In een mondelinge toelichting spreekt commissievoorzitter Harry Webers zelf liever van ‘zeer kritisch’.

    De commissie-mer is een onafhankelijk adviesorgaan dat zich in het verleden vaker kritisch uitliet over het luchtvaartbeleid. Bijvoorbeeld over de milieuberekeningen onder het plan de voor openstelling van Lelystad Airport. Of over de (vermeende) winst op het gebied van geluidshinder door een nieuwe startprocedure op Schiphol.

    ‘Het is aan de minister wat ze doet met ons advies’, zegt milieutechnoloog Webers. In het maandag gepubliceerde advies is te lezen dat eerdere adviezen, bijvoorbeeld over een gelijke maat voor de geluidhinder voor alle luchthavens , door het ministerie deels terzijde zijn geschoven. Nu laat het ministerie weten dat dit advies wordt bestudeerd ‘en wordt meegenomen bij de verdere uitwerking van de Luchtvaartnota’.

    Webers over het gewicht van zijn advies: ‘Wij kunnen het ons niet veroorloven om uit de heup te schieten.’

    Scenario’s

    De kritiek van de commissie raakt een door het ministerie zelf opgesteld milieueffectrapport bij de Luchtvaartnota. In die in mei gepubliceerde nota schetst het kabinet hoe het luchtvaartbeleid voor de periode 2020-2050 vorm moet krijgen. Er zijn verschillende scenario’s opgesteld waaronder een waarbij de luchtvaartgroei wordt geconcentreerd op Schiphol.

    In dat scenario spreekt het kabinet zichzelf al tegen, concludeert de commissie. Schiphol (nu 500 duizend vluchten) zou dan door kunnen groeien tot 800 duizend in 2050 terwijl onderzoek van de overheid zelf heeft aangetoond dat, zelfs met een aanpassing van het banenstelsel, de maximale jaarcapaciteit 680 duizend bedraagt.

    ‘Wij rekenen weleens wat door’, zegt voorzitter Webers van de adviescommissie. Die er verder op wijst dat veel zaken eenvoudigweg niet zijn te controleren omdat de Luchtvaartnota veel te vaag is. Vooral ook over de manier waarop het ministerie milieueffecten van de luchtvaart denkt te gaan monitoren.

    Wat die effecten precies zijn, kan pas worden vastgesteld als het ministerie de plannen concretiseert, zegt de commissie. Allerlei bespiegelingen over elektrisch vliegen en het vervangen van kerosine door synthetische en biobrandstof bieden nu amper houvast.

    Voordat er nieuwe luchthavenbesluiten worden genomen, moet nog veel worden onderzocht en moeten doelen goed geformuleerd zijn, schrijft de commissie. Zo moeten er nieuwe milieugrenzen worden gedefinieerd waaraan een luchthaven moet worden gehouden.

    Formeel mag Schiphol de komende jaren van het kabinet doorgroeien van het nu bereikte plafond van 500 duizend vluchten per jaar naar 540 duizend in 2030. In de Luchtvaartnota van Van Nieuwenhuizen, waarop een stortvloed aan kritische zienswijzen is binnengekomen, is in de meeste scenario’s veel verder reikende groei voorzien.

    Dat laatste mag alleen als Schiphol ‘milieuwinst’ boekt door allerhande maatregelen. De commissie-mer noemt het opvallend dat ‘het voornemen om de milieuwinst die Schiphol na 2020 behaalt voor 50 procent aan de omgeving en 50 procent aan de sector ten goede te laten komen, niet meer expliciet in de nieuwe nota wordt genoemd.’

    Het NRC bericht eveneens over de reactie van de Adviescommissie op de Luchtvaartnota:

    https://www.nrc.nl/nieuws/2020/07/27/adviescommissie-luchtvaartnota-kabinet-is-te-vaag-om-gevolgen-voor-milieu-te-kunnen-bepalen

    Adviescommissie: Luchtvaartnota kabinet is te vaag om gevolgen voor milieu te kunnen bepalen

    Tegenvaller voor het kabinet: de milieueffecten van zijn luchtvaartnota zijn volgens onafhankelijke adviseurs niet te beoordelen. „Er ligt huiswerk voor de minister.”

    Het is niet mogelijk de milieueffecten van de Luchtvaartnota te beoordelen. Deze kabinetsvisie op de ontwikkeling van de luchtvaart in Nederland tot 2050 bevat daarvoor te weinig concrete doelen of maatregelen. Het milieueffectrapport over de Luchtvaartnota schiet daarom tekort.

    Dat constateert de Commissie m.e.r. in een maandag gepubliceerd advies. De onafhankelijke Commissie m.e.r. beoordeelt of de milieueffecten van een voorgenomen besluit met grote milieugevolgen goed zijn beschreven in een wettelijk verplicht milieueffectrapport (MER). De commissie is zeer kritisch over het MER voor de Luchtvaartnota, en over de relatie tussen MER en nota. De twee documenten sluiten volgens de commissie niet op elkaar aan.

    Het advies is een nieuwe tegenslag voor het luchtvaartbeleid van minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat, VVD). Zowel de vertraagde opening van Lelystad Airport als de beoogde groei van Schiphol liggen onder vuur, met de coronacrisis als complicerende factor. Ook de politieke besluitvorming over hoe het op lange termijn moet met de luchtvaart loopt nu waarschijnlijk vertraging op.

    Ruim 400 reacties

    De ontwerp-Luchtvaartnota is op 15 mei door de minister naar de Tweede Kamer gestuurd. Inmiddels ontving het ministerie ruim 400 reacties (‘zienswijzen’) van burgers, overheden, organisaties en bedrijven over de kabinetsvisie. Volgens de planning zou de Luchtvaartnota in het najaar in de Kamer worden besproken en eind dit jaar worden vastgesteld.

    Al eerder was er kritiek op het MER, dat in opdracht van het ministerie is opgesteld door kennisinstituut NLR en adviesbureaus Royal HaskoningDHV en Buck Consultants International. Op 13 juli constateerde het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid, een onafhankelijk onderdeel van het ministerie, dat het MER geen goed beeld geeft van de economische effecten. Het abstractieniveau is te hoog om er conclusies aan te kunnen verbinden.

    De Commissie m.e.r. vindt het rapport ook te abstract en slecht onderbouwd, maar mist vooral het verband tussen nota en MER. Omdat de nota zich beperkt tot ‘procesafspraken’ valt er nog niets te zeggen over de gevolgen daarvan voor natuur, milieu, gezondheid en hinderbeperking. Uit het advies: „Aanvullend milieuonderzoek is pas zinvol wanneer de overheid besluit om meer concrete doelen uit te werken en vervolgens bijpassende maatregelen te kiezen.”

    Huiswerk voor minister

    „Er ligt huiswerk voor de minister door dit advies”, zegt Harry Webers, plaatsvervangend voorzitter van de Commissie m.e.r. en voorzitter van de zes leden tellende werkgroep die het advies schreef. Aanpassen van het MER heeft volgens hem niet zoveel zin. „Daar wordt de nota niet concreter van.” Het is aan de minister om te bepalen of er een nieuw MER moet komen, aldus Webers. „Wij zeggen alleen: op basis van deze nota en dit MER kun je geen weloverwogen politiek besluit nemen over de toekomst van de luchtvaart in Nederland.”

    Het accent van het MER ligt op de economie, constateert Webers. „Dat is opvallend. Je zou meer aandacht voor het milieu verwachten. Een aparte maatschappelijke kosten-batenanalyse voor de economische effecten was wellicht beter geweest.” Drie hoogleraren die het MER op verzoek van het KiM beoordeelden trokken dezelfde conclusie.

    Groei van 1 à 1,5 procent

    Bij de presentatie van de Luchtvaartnota ging de meeste aandacht naar de conclusie dat de luchtvaart met 1 à 1,5 procent kan groeien. Die conclusie ontleende minister Van Nieuwenhuizen aan het MER. Uit de Luchtvaartnota: „In een optimistisch scenario biedt dit volgens de plan-MER, onder voorwaarden, ruimte voor gematigde groei van 1 à 1,5 procent per jaar van de luchtvaart in heel Nederland. Dit betekent van ongeveer 565.000 vluchten voor handelsverkeer nu, naar zo’n 650.000 vluchten in 2030 en 800.000 in 2050.”

    Twee onafhankelijke instanties hebben nu geconstateerd dat het MER geen goed beeld geeft van de gevolgen van de Luchtvaartnota voor economie en milieu. Omdat de kabinetsvisie over mogelijke groei van de luchtvaart steunt op de berekeningen uit het MER, moet die visie wellicht worden bijgesteld.

    Een link naar het originele persbericht van de CieMER, en naar het volledige advies, is eerder op deze site verschenen. Zie https://bvm2.nl/ciemer-oordeelt-milieueffectrapport-past-niet-bij-luchtvaartnota/ .